Nederlandse titel proefschrift Delirium - Het syndroom belicht bij patiënten op intensieve zorg
Engelse titel proefschrift Delirium - Focusing on intensive care patients
Promovendus Rompaey, Bart van
Gepromoveerde is verpleegkundige (geweest)
Universiteit Universiteit Antwerpen
Datum promotie 17/12/2009
Promotores Prof. dr. L. Bossaert & prof. dr. M. Schuurmans
Abstract (Engels)

Intensive care delirium is the presentation of the general picture of delirium in the specific setting of the intensive care unit with a patient encountering an acute confusional state, knowing a fluctuating course with periods of inattentions, an altered level of consciousness and disorganised thinking. The onset of delirium is induced by a physical cause stimulated by predisposing and precipitating factors. For the typical clinical situation of the intensive care patient, there will always be a high vulnerability because of severe illness or trauma at the time of admittance. Consequently, an intensive care patient encounters a cascade of predisposing and precipitating risk factors entering the intensive care unit. Despite the existence of validated instruments, the syndrome remains unrecognized by in three out of four delirious patients. Nurses and clinicians might fail to recognize symptoms because of the lack of appropriate tools and knowledge on the subject. The necessity to screen patients sustained by a poor outcome for delirium. Yet, the studied outcome was mainly limited to the intensive care unit or the hospital. Few data are available on long term outcome. This thesis aimed to describe the incidence of intensive care delirium in a Flemish adult population. Consequently, patients were included in a long term follow up study on the outcome of delirium. Additionally, risk factors, including those from the environment, were studied to suggest interventions to lower the incidence of delirium in the intensive care unit.
Delirium in the intensive care unit is known to be associated with worse outcomes. Cognitive impairment, a longer stay in the hospital or in the intensive care unit and a raised mortality have been reported. This research studied the long term outcome after intensive care delirium defined as mortality and quality of life at three and six months after discharge of the intensive care unit. Compared to the non-delirious patients, more delirious patients died. All SF-20 quality of life scores showed lower results for the delirious patients compared to the non-delirious patients. Evidence is growing that delirium may not be fully reversible in all patients. Risk factors for delirium in the intensive care unit were studied. First, a systematic review identified four predisposing and 21 precipitating factors. Consequently, a prospective study included newly admitted adult patients in a multicenter study. The overall delirium incidence was 30 %. Risk factors covered four domains: patient characteristics, chronic pathology, acute illness and environmental factors. Particularly risk factors related to the acute illness and the environment are suitable for preventive action. Predisposing patient characteristics and chronic pathology make the intensive care patient vulnerable at admittance. Sound in the intensive care unit has been a subject of research for years. Although the impact on sleep has been studied, contradicting results require the study of the direct impact of sound on the patient’s outcome. The assessment of sleep remains a problem in the intensive care unit. This study assessed different sound levels and the sound level changes in the intensive care unit and related them to the onset of delirium. All registered sound levels were over the WHO maximum limit of 40 decibels. During the night, the same sound levels were registered, but a lower amount of sound changes was observed than during the day. The 27 % audible sound changes during the night in the university hospital were related to the onset of delirium (p=0.05). A higher amount of alarms in the private hospital was also related to delirium (p=0.008). This research pointed to a possible relation between the amount of alarms and sound changes during the night and the onset of delirium.
Before the start of this research project, delirium was no issue in any of the included intensive care units. During the study, nurses and physicians became more alert for the syndrome. The intensive care staff is now aware of the syndrome and seems motivated for further research. The NEECHAM was accepted as the standard screening tool in the included intensive care units. This research showed the tip of the iceberg of delirium in the intensive care unit. The incidence showed to be high in the Antwerp region. Intensive care nurses and physicians play a key role in an early identification and prevention of the syndrome. This research project identified several modifiable risk factors. Although knowledge on the subject has grown for the past years, several questions remain unanswered. The high incidence of the syndrome might not be tackled for the moment. As long as adequate treatments, preventive actions and revalidation programs are lacking, the patient remains vulnerable for cognitive decline after admittance to the intensive care unit.

Abstract (Nederlands)

Delirium bij patiënten op de afdeling voor intensieve zorg wordt intensive care delirium genoemd. Het acute syndroom uit zich door wisselende periodes van verwarring, een gewijzigd bewustzijnsniveau en een gestoord denkpatroon. Delirium kent een organische oorzaak die in de hand gewerkt wordt door voorbestemmende en uitlokkende factoren. Voorbestemmende factoren zijn bepaald in het dagelijkse leven door persoonsgebonden kenmerken en chronische condities. De uitlokkende factoren spelen in op de weerstand van de patiënt tijdens zijn verblijf op de afdeling voor intensieve zorg. Des te kwetsbaarder een patiënt is, des te minder factoren zijn nodig om een delirium uit te lokken. Een patiënt op intensieve zorg heeft steeds een hoge graad van kwetsbaarheid door de ernst van de ziekte of het trauma bij opname. Deze ziekte of trauma resulteert in een behandeling uit waar katheters, tubes en drains veelvuldig gebruikt worden. Bovendien verstoort de pathologie het circadiaan ritme. Bijgevolg wordt een patiënt vanaf zijn opname op de afdeling voor intensieve zorg overweldigd door het samenspel van de voorbestemmende en uitlokkende factoren.
Drie op vier delirante patiënten worden door artsen en verpleegkundigen niet ontdekt. Mogelijk herkennen zij de symptomen niet door een gebrek aan kennis over het syndroom of de afwezigheid van diagnostische instrumenten. De Neelon and Champagne Confusion Scale (NEECHAM) werd ontwikkeld om delirium op te sporen aan de hand van standaard verpleegkundige observaties. De schaal werd in Vlaanderen vertaald en in Nederland gevalideerd voor intensieve zorg patiënten. De nadelige gevolgen voor patiënten die een delirium doormaakten werden vooral op de afdeling voor intensieve zorg of in het ziekenhuis bestudeerd. Er zijn weinig gegevens bekend over de gevolgen op langere termijn. De ernst van de nadelige gevolgen noodzaken het standaard opsporen van het syndroom en de verdere opvolging van patiënten gedurende een langere periode.
Deze thesis beschrijft de incidentie van intensive care delirium in een steekproef van volwassen patiënten op een Vlaamse afdeling voor intensieve zorg. Vervolgens worden patiënten opgenomen in een onderzoek dat langere termijn effecten van delirium bekijkt. Daarna worden mogelijke risicofactoren voor delirium bestudeerd. Hieruit worden interventies voorgesteld.
De ernstige gevolgen van delirium op de afdeling voor intensieve zorg werden reeds eerder aangetoond. Cognitieve achteruitgang, een verlengd verblijf in het ziekenhuis of op de afdeling voor intensieve zorg, een verhoogde mortaliteit en hogere kosten voor gezondheidszorg werden vermeld. Dit onderzoek bestudeerde de gevolgen op langere termijn, gedefinieerd als mortaliteit en kwaliteit van leven drie en zes maanden na ontslag uit de afdeling voor intensieve zorg. In vergelijking met de niet-delirante patiënten werd een grotere mortaliteit vastgesteld bij de delirante patiënten. Alle SF-20 kwaliteit van leven scores lagen lager voor de delirante patiënten vergeleken met de niet-delirante patiënten. Onderzoek toont aan dat sommige patiënten niet volledig herstellen na een periode van delirium op de afdeling voor intensieve zorg.
Vóór de start van dit doctoraal onderzoek was de aandacht voor delirium minimaal in de bestudeerde afdelingen voor intensieve zorg. Tijdens het onderzoek werden artsen en verpleegkundigen waakzamer voor het optreden van het syndroom en groeide de motivatie om aan verder onderzoek deel te nemen. De NEECHAM werd in de deelnemende afdelingen aanvaard als het standaard observatie instrument voor delirium. Aan de hand van dit doctoraal onderzoek werden verschillende risicofactoren vastgesteld. De kennis over het onderwerp is sterk gegroeid gedurende de laatste jaren. Verschillende vragen blijven echter onbeantwoord. Als volgende stap kunnen interventieprogramma’s ontwikkeld worden om delirium te voorkomen of de incidentie te doen dalen. Op dit ogenblik lijkt het niet mogelijk om het syndroom te voorkomen. Zolang er onvoldoende basis is om een meer adequate behandeling, preventie of revalidatie te implementeren, blijft de patiënt kwetsbaar voor cognitieve achteruitgang na zijn opname op intensieve zorg.

Proefschrift downloaden (Engels) UIA-BVR-Delirium-boekdeel.pdf