Nederlandse titel proefschrift Boezemritmestoornissen: detectie en invasieve ablatiebehandeling
Engelse titel proefschrift Atrial tachyarrhythmias. Toward optimizing detection and invasive treatment
Promovendus Mol, Daniël
Gepromoveerde is verpleegkundige (geweest)
Universiteit Universiteit van Amsterdam
Datum promotie 08/07/2022
Promotores Promotor: prof. dr. J.R. de Groot. Copromotor: dr. J.S.S.G. de Jong
Linkedin-account linkedin.com
Researchgate-url researchgate.net
Abstract (Nederlands)

Atriumfibrilleren (AF) is de meest voorkomende hartritmestoornis waar miljoenen mensen wereldwijd last van hebben. De prevalentie van AF (2020) onder volwassenen in Nederland is 2,0%. De verwachting is dat dit percentage toeneemt tot 3,2% in 2060, met name bij personen boven de 75 jaar. Naar schatting hadden er in 2010 in Neder- land 156.500 personen boven de 75 jaar AF en voorspeld wordt dat dit aantal zal stijgen tot 418.100 personen in 2060. Bij personen boven de 55 jaar heeft 8,6% van de mannen en 7,1% van de vrouwen AF. Het risico op AF, gecorrigeerd voor leeftijd, is gelijk voor mannen en vrouwen.1
AF is geassocieerd met een verhoogd risico op ongunstige lange termijn uitkomsten en morbiditeit. Patiënten met AF hebben een 2,4 keer hoger risico op een ischemische beroerte, een 96% hoger risico op cardiovasculaire complicaties, een 1,5 keer hoger risico op achteruitgang van cognitie en een 1,4 keer hoger risico op dementie. Vijftig procent van de patiënten met AF ontwikkelt een verminderde linkerventrikelfunctie en AF patiënten hebben een 2,4 keer hoger risico op cardiovasculaire dood. Daarna- ast scoren patiënten met AF een lagere kwaliteit van leven en zijn ze vaker depressief, angstig, ervaren ze meer stress of krijgen ze psychofarmaca voorgeschreven binnen drie maanden na de diagnose. Eenenveertig – 49% van de AF patiënten wordt opgenomen met een cardiovasculaire oorzaak. Slechts in 4% van deze opnames komt dit door AF. Symptomen van AF bestaan uit palpitaties, dyspnoe, inspanningsintolerantie, pijn op de borst, syncope of algehele malaise. In 1,4% van de patiënten boven de 65 jaar wordt AF niet gedetecteerd en worden patiënten potentieel onderbehandeld.
Zoals hierboven omschreven zorgt AF voor een grote ziektelast voor de patiënt. Daar- naast leidt AF tot een 73% toename van zorgkosten. In Nederland zijn de directe jaarlijkse kosten voor een vrouwelijke patiënt met een eerste AF episode zonder co- morbiditeit 1.544 euro. De aanwezigheid van onderliggende hartziekte en cardiovas- culaire hospitalisatie resulteert in een toename van de (directe) jaarlijkse kosten van respectievelijk 1.170 euro en 5.294 euro.
Ongeveer 15% van de patiënten met paroxysmaal AF verslechtert naar persisterend AF.
Deze patiënten hebben meer co-morbiditeit in vergelijking met de patiënten die niet verslechteren. Leefstijlveranderingen om gewicht te verliezen, meer bewegen en het behandelen van risicofactoren verlaagt de AF burden en vermindert het risico op cardiovasculaire hospitalisatie en mortaliteit. De 2020 European Society of Cardiol- ogy AF richtlijn karakteriseert AF met het 4S-AF schema. De 4S-AF staat voor Stroke risk assessment, Symptoom score, Severity of AF burden en Severity of the substrate. Daarnaast biedt de 2020 European Society of Cardiology richtlijn het holistische ABC- stappenplan. Dit stappenplan staat voor Avoid stroke, Better symptom control en man- agement of Cardiovascular risk factor and concomitant diseases. Deze holistische benadering van AF patiënten heeft geresulteerd in verlaging van het risico op mortalit- eit, cardiovasculaire mortaliteit, grote bloedingen, eerste (cardiovasculaire) hospitalisa- tie en herhaalde hospitalisaties.
Naast het voorkomen van ongunstige lange termijn uitkomsten, moeten wij een keuze maken tussen het sinusritme te herstellen of AF te accepteren. De huidige richtlijn advi- seert dat frequentiecontrole kan worden toegepast bij patiënten met weinig tot geen AF gerelateerde symptomen. Echter, in de 2020 richtlijn is de EAST AFNET-4 studie niet meegenomen. De EAST AFNET-4 studie heeft laten zien dat vroegtijdige ritmecontrole het risico op een beroerte verlaagt met 35% en het risico op cardiovasculaire mortalit- eit verlaagt met 28%.Doordat oudere studies geen voordeel aantoonden van ritme- controle ten opzichte van frequentiecontrole (alhoewel deze studies zijn uitgevoerd in een tijdsperk met een andere perceptie ten aanzien van beroertepreventie) heeft deze studie ons perspectief op ritmecontrole veranderd. Er dient wel beoordeeld worden wat de kans is op het succesvol herstellen en behouden van sinusritme alsook of de patiënt daadwerkelijk voordeel heeft van ritmecontrole therapie.
Ablatiebehandeling is een belangrijk onderdeel geworden van de invasieve ritmecon- trole behandeling bij AF patiënten. Ectopische slagen vanuit de pulmonaalvenen (PV) zijn eerder geïdentificeerd als triggers voor AF. Ablatietherapie zorgt ervoor dat ecto- pische slagen niet kunnen propageren van de PV naar het linker atrium. Studies hebben laten zien dat AF ablatietherapie effectiever is in het behouden van sinusritme en ver- beteren van de kwaliteit van leven dan antiaritmische medicatie. In een specifieke groep van patiënten met hartfalen verlaagt AF ablatietherapie het risico op hartfalen hospitalisaties en mortaliteit.

Zie proefschrift voor de volledige samenvatting.
Proefschrift online verkrijgbaar via https://dare.uva.nl/search?identifier=729b8120-447f-460e-953e-f826937ac1ce

Proefschrift downloaden (Engels) Proefschrift-Mol-D-summary.pdf