Nederlandse titel proefschrift Traumatische levens eindelijk bevrijd. Narratieve exposure-therapie bij patiënten met een ernstige psychische aandoening
Engelse titel proefschrift Traumatic lives finally liberated. Narrative exposure therapy in patients with severe mental illness
Promovendus Mauritz, Maria
Gepromoveerde is verpleegkundige (geweest)
Universiteit Radboud Universiteit
Datum promotie 30/03/2023
Promotores Promotoren: prof. dr. H. Vermeulen & prof. dr. P.J.J. Goossens. Copromotor: dr. H.G.I. van Gaal
Linkedin-account linkedin.com
Researchgate-url researchgate.net
Abstract (Nederlands)

Introductie
Patiënten met Ernstige Psychische Aandoeningen (EPA) - bestaand uit Psychotische, Bipolaire en Ernstige Depressieve Stoornissen – hebben vaak traumatische gebeurtenissen meegemaakt in hun leven. Als gevolg daarvan is er veelal ook een posttraumatische stressstoornis (PTSS) aanwezig. In de klinische praktijk wordt de blootstelling aan trauma’s en de aanwezigheid van PTSS nog onvoldoende herkend. Dit betekent dat de diagnose PTSS dan niet wordt gesteld en als gevolg daarvan krijgen patiënten geen passende behandeling.
Het eerste doel van dit proefschrift is om vast te stellen wat de omvang is van blootstelling aan herhaald interpersoonlijk geweld en co-morbide PTSS bij patiënten met EPA en de behandeling van . PTSS deze trauma’s met Narratieve Exposure Therapie (NET) in de klinische praktijk.
Hoofdstuk 1
Dit hoofdstuk begint met een familieverhaal: “Verhalen uit het verleden, vormen het heden”. Het maakt duidelijk hoe ernstige traumatische gebeurtenissen leiden tot nieuwe tragische gebeurtenissen, soms na meer dan veertig jaar. Dergelijke indrukwekkende verhalen hebben mij gevormd en geïnspireerd om als verpleegkundige in de psychiatrie te gaan werken. Ze maakten mij bewust van de invloed op traumatische gebeurtenissen in het leven van mensen en hebben mijn interesse gewekt voor de levensverhalen, in het bijzonder van EPA patiënten.
Mijn eerste baan in de psychiatrie bestond uit verpleegkundige zorg voor jonge patiënten met Schizofrenie in een psychiatrische instelling. Deze mensen ervoeren grote verlieservaringen. In die tijd (1991) was er weinig aandacht voor hun ervaringen. Mijn volgende baan was in een Universitair Centrum. Daar kreeg ik de gelegenheid om Verplegingswetenschappen te studeren. Verlies en rouw bij Schizofrenie werd mijn eerste wetenschappelijk onderwerp.
Negen jaar later werd ik programmaleider van het team Support & Psychose bij GGNet. Daarnaast bood ik ook verpleegkundige en sociale zorg aan EPA patiënten. Het team zorgde goed voor deze kwetsbare patiënten, maar de behandeling bestond vooral uit farmacotherapie. Tijdens de bespreking van het behandelplan, viel het op dat patiënten vaak een geschiedenis hadden van misbruik en verwaarlozing, maar dat de gevolgen daarvan niet werden besproken. Bovendien werd deze informatie niet op een centrale plek in het patiëntdossier beschreven. In die tijd werden psychologische interventies nauwelijks ingezet omdat de algemene overtuiging was dat EPA patiënten cognitieve en traumagerichte therapie niet konden verdragen.
Zo werd ons team geconfronteerd met EPA patiënten die PTSS hadden, maar voor wie geen effectieve behandeling beschikbaar was. Dit riep de vraag op hoeveel EPA patiënten lijden aan gevolgen van blootstelling aan trauma en welke therapieën voor hen passend en beschikbaar zijn voor de behandeling van PTSS. Om deze vragen te beantwoorden zijn we gestart met een onderzoeksproject bij GGNet in samenwerking met Radboudumc.
In dit hoofdstuk worden belangrijke concepten beschreven: psychotrauma, interpersoonlijk trauma, PTSS, Complexe PTSS, dissociatieve identiteitsstoornis, ernstige psychische aandoeningen en traumagerichte therapie. Vervolgens voerden we een systematisch review uit om de prevalentie van interpersoonlijk trauma en PTSS bij EPA patiënten in kaart te brengen. Daarnaast wordt een casus beschreven uit de klinische praktijk, een zogenaamde drie-fasen behandeling bij een patiënte met Complexe PTSS en psychose.
Het tweede onderzoeksdoel was de evaluatie van NET, bij EPA patiënten met PTSS. Daarvoor is een gemengde methoden onderzoek opgezet, met een kwantitatieve arm en een gemengde kwalitatieve- kwantitatieve arm. Het proefschrift werd afgesloten met een algemene discussie.
Hoofdstuk 2
In de klinische praktijk is het voorkomen van traumatische gebeurtenissen en trauma-gerelateerde stoornissen bij EPA patiënten lange tijd niet herkend. De doelstelling van dit onderzoek was gericht op de prevalentie van blootstelling aan interpersoonlijk trauma en trauma-gerelateerde stoornissen bij EPA patiënten. Hiervoor werd een systematisch review uitgevoerd naar het vóórkomen van kindermishandeling; emotionele mishandeling; emotionele verwaarlozing; fysiek misbruik; fysieke verwaarlozing; seksueel misbruik; fysiek en seksueel geweld. Trauma-gerelateerde stoornissen waren PTSS, Complexe PTSS en dissociatieve stoornissen.

Zie proefschrift voor de volledige samenvatting.

Proefschrift downloaden (Engels) Proefschrift-Mauritz-M.pdf